764 20 MAART 1980 weet dat ik nooit zo zelfstandig op pad ben ge weest, maar misschien komt er iemand die dat wèl wil doen en die daarvoor van het college ook de mogelijkheden krijgt. Het is echter altijd de be doeling dat we in de stad het onderwijs samen uit bouwen. Dat is de gedachte geweest die de afgelo pen jaren aan het onderwijsbeleid ten grondslag heeft gelegen: niet in de sfeer van "tegen elkaar" maar in de sfeer van "met elkaar" uitbouwen wat in Breda aanwezig is. Ik kan alleen maar hopen dat die gedachte ook na mijn vertrek in Breda be houden zal blijven. Zonder hoofdelijke stemming wordt motie nr. 3 hierna aanvaard, onder aantekening dat me vrouw Saelman-Boelen en de heer De Brouwer geacht willen worden te hebben tegengestemd. 31.4. MOTIE INZAKE STIMULERENDE ACTIVITEITEN BIN NEN DE S.A.D. ETC. Mevrouw STUTTERHEIM-EDELING: Ik kan mededelen dat wij deze motie handhaven en ik zou graag zien dat zij in stemming werd gebracht. De heer VAN ASSELDONK: Wij zullen, mede naar aanleiding van de opmerkingen die de wethouder heeft gemaakt, tegen de motie stemmen. In de com missie is steeds gezegd dat wensen altijd zouden kunnen worden besproken. Naar onze mening moet men de situatie in het onderwijs niet van bovenaf willen veranderen. De activiteit die deze week is gestart het aanschrijven van het kleuter- en basisonderwijs zal mettertijd in de commissie nog in voldoende mate ter sprake komen. Een motie over dit onderwerp achten wij een veel te zwaar wapen De heer VAN DONGEN: Van de zijde van de meer derheid van het college heb ik via de wethouder van onderwijs het volgende gehoord. De in de mo tie genoemde materie heeft binnen het onderwijs in samenwerking met de S.A.D. reeds de aandacht

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 764