20 MAART 1980
771
tot de andere posten op de begroting staat, maar
wij vragen in onze motie juist aan het college na
dere voorstellen met betrekking tot de contacten
met andere steden te formuleren en in het kader
van de te verrichten studie de genoemde begrotings
posten nader te bezien. Ik ben het met de heer
Sandberg eens dat het bedrag-in-kwestie miniem is,
maar wij hadden het juist gezien als een aangrij
pingspunt in het kader van een aan de orde zijnd
agendapunt om te kunnen formuleren dat er nieuwe
voorstellen worden gedaan. Ik heb begrepen dat er
in het kader van een aanvaarde begrotingspost van
50.000,-- reeds in die richting zal worden ge
dacht en ik wacht de voorstellen met vertrouwen af
Overigens handhaven wij de motie.
De heer TAKS: De begroting bevat, zoals ge
zegd, een stelpost ontwikkelingsprojecten, die me
de voor de in de motie bedoelde activiteiten be
doeld is. Daaraan behoeven naar onze mening geen
extra middelen te worden toegevoegd, ook al omdat
de gemeentelijke taak op het terrein van de ont
wikkelingssamenwerking uiterst beperkt is en naar
onze mening ten hoogste een voorlichtende functie
omvat zoals omschreven in de derde overweging van
de motie. Het gaat daarbij vooral om het wekken
van belangstelling voor de problematiek en de nood
zaak van ontwikkelingssamenwerking. Wij wachten
daarom ook met belangstelling de voorstellen over
de besteding van het bedrag van de stelpost af.
Het verband dat in de motie wordt gelegd tussen de
noden in de ontwikkelingslanden, de subsidie aan
de Unie van Oranjesteden, het lidmaatschap van de
Raad van Europese Gemeenten, veranderende opvat
tingen daarover en de veronderstelde positieve mo
gelijkheden van contacten met steden in ontwikke
lingslanden lijkt ons erg ver gezocht.De samenhang
tussen een en ander is te onduidelijk om op basis
daarvan van het college nadere voorstellen te ver
wachten. De V.V.D.-fractie zal tegen de motie
stemmen.