17 APRIL 1980 804 In de commissievergadering heeft de P.v.d.A. zich van het geven van een oordeel onthouden. Onze fractie is van mening dat het op basis van een aantal argumenten niet nodig is nu een tweede auto aan te schaffen. Wij baseren ons op de volgende argumentatie. Er is al een auto voor leden van het college, die wat representatie betreft groot ge noeg is. Voorts is het uit psychologische overwe gingen niet verstandig op dit ogenblik een derge lijk voorstel aan de raad te doen; ik wijs op de financiële problematiek waarvoor ook deze gemeente staat en in verband waarmee straks heel andere prioriteiten moeten worden gesteld. Vervolgens stellen wij vast dat er vanuit Breda een goed openbaar-vervoernet isDaar komt dan nog bij mevrouw Saelman heeft er ook al op gewezen dat ieder collegelid een auto ter beschikking heeft; misschien zou aan die representatie iets kunnen worden gedaan. Tevens ontvangt ieder collegelid een auto-onkostenvergoeding. Dit alles overziende, vindt onze fractie het niet nodig een tweede auto aan te schaffen. Op grond daarvan kunnen wij met het voorstel niet meegaan De heer GARRITSEN: Aangenomen dat er voor het vervoer van collegeleden één auto te weinig is, waarom maakt men dan geen gebruik van taxi's? Ik denk dat dat geen enkel probleem zou opleveren. Als de huidige tweede auto uit een oogpunt van veiligheid in slechte staat verkeert, zou men die naar mijn mening inderdaad weg moeten doen, maar als het alleen een kwestie is van ernstige roest- verschijnselen die de auto representatief onaan vaardbaar maken, dan past deze auto, denk ik, heel goed bij dit college. De heer HENDRIKSEN: Dit is een grapje! De heer EISSENS: Het onderwerp is voor ons nauwelijks interessant genoeg om er veel over te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 804