805 17 APRIL 1980 praten, maar als andere fracties menen er iets over te moeten zeggen, wil ik wel enkele opmerkin gen maken. Onze fractie heeft met het voorstel he lemaal geen moeite. Wij vinden dat het gemeente bestuur zich als stadsbestuur in de stad op een goede manier moet kunnen representeren. Als daar voor dagelijks één auto aanwezig is en als er een tweede auto bij komt, is dat naar ons idee hele maal niet te veel. Wanneer we de suggestie van de heer Dreef zouden volgen en alle collegeleden een extra onkostenvergoeding zouden geven, opdat zij hun eigen auto nog wat representatiever kunnen maken, zouden we, denk ik, meer geld kwijt zijn dan bij de aanschaf van één extra auto. Mijn frac tie zal het voorstel steunen. De VOORZITTER: Dit voorstel valt, zoals alle voorstellen ten aanzien van gemeentelijke vervoer middelen, onder de portefeuille bedrijven. Ik geef dus het woord aan de heer Brooimans. Wethouder BROOIMANS: De wens van het college tot aanschaf van een tweede dienstauto dateert reeds van medio 1979. In de praktijk is gebleken dat de aanschaf van een tweede dienstauto noodza kelijk is. Aangezien het hier gaat dit in het bijzonder aan het adres van de heer Dreef om de vervanging van een acht jaar oude auto, met andere woorden: aangezien niet wordt voorgesteld voor het eerst een nieuwe auto aan te schaffen, maar alleen een reeds rijdende auto te vervangen, omdat deze ernstige roestverschijnselen vertoont, meen ik de raad te mogen verzoeken het collegevoorstel te aanvaarden. De VOORZITTER: Ik stel voor tot besluitvor ming over te gaan. Ik constateer dat de volgende raadsleden zich tegen het voorstel wensen uit te spreken: alle aanwezige leden van de P.v.d.A.- fractie, inclusief de wethouders mevrouw Paulussen en de heer Welschen,alsmede mevrouw Saelman,de heer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 805