17 APRIL 1980
812
1563 R van 29 januari 1977. Men oppert de moge
lijkheid om het gehele geldverkeer via de lenings-
dienst te leiden en de leningsdienst als bank voor
de gemeente in haar geheel te laten fungeren. Hoe
denkt het college hierover?
De heer CRUL: Mijn opmerkingen sluiten enigs
zins aan bij hetgeen de heer Peeters al uitvoerig
heeft gezegd. De onderhavige regeling is in ieder
geval bij onze fractie goed gevallen: wij hebben
waardering voor de algemene regels die erin wor
den gesteld en die bedoeld zijn om een goed zicht
te houden op het financiële wel en wee van de
dienst die hier aan de orde is. Aan de opmerkingen
van de heer Peeters, die onder meer over de doel
matigheid heeft gesproken, wil ik nog het volgende
toevoegen. Het is bekend dat de wijze waarop de
doelmatigheid in de onderhavige verordening is ge
regeld, niet geheel in overeenstemming met de wen
sen van de commissie financiën is. Toch hebben de
commissie en de wethouder elkaar gevonden, met de
bedoeling ook de heer Peeters is daarop inge
gaan te gaan volgen hoe een en ander verloopt.
Onze bedoeling was dat er wat de doelmatigheid be
treft vooral aandacht zou worden geschonken aan de
kwaliteit van het financieel beheer, maar ook aan
de kwaliteit van de activiteiten die bij wijze van
spreken vanuit de financiën plaatsvindt. Dit is
het punt dat steeds in de commissie financiën aan
de orde is geweest. De verantwoordelijkheid in
dit opzicht stonden wij min of meer tegen over el
kaar met betrekking tot de doelmatigheid in het
gemeentelijk apparaat is in handen van de afdelin
gen en diensten gelegd. Zij zijn individueel ver
antwoordelijk, met daarnaast uiteraard regelingen
en coördinatie via het college.
In de commissie financiën is toegezegd dat
het zicht op de gehele gang van zaken, vooral wat
de doelmatigheid betreft, duidelijk zal blijven,
zowel voor de commissie financiën zelf als voor de
raad. Wij gaan ervan uit dat dit inderdaad zal