823 17 APRIL 1980 De heer DREEF: Wilt u dat "verstandiger" nog eens toelichten? Ik begrijp het niet goed. De heer NEEB: Ik kan dat woord als volgt toe lichten. Ik meen dat de heer Dreef hierover het zelfde denkt als wij en dat hij op zich ook graag het N.V.V. bij deze raad inzake werkgelegenheid zou willen hebben. Ik acht de P.v.d.A. wel ver standig, maar de verbinding tussen de P.v.d.A. en het N.V.V. is kennelijk niet zo verstandig. Wij hebben vertrouwen in de wethouder van economische zaken en menen dat hij de gewenste in houd en vooral de gewenste daadkracht van dit ad viesorgaan zal kunnen bewerkstelligen. Ook met de voorgestelde samenstelling kunnen wij ons vereni gen, daar de aard van de activiteiten zich vooral dient te richten op het bevorderen van de werkge legenheid. Men dient zich, hoe belangrijk dit op zichzelf ook is, niet bezig te houden met uit vloeisels van gebrek aan werkgelegenheid, omdat daarvoor andere organisaties en andere functies bestaan. Mevrouw SAELMAN-BOELENOnze fractie is met deze raad voor de werkgelegenheid niet zo gelukkig. In de loop der tijden hebben we gezien dat advies raden over het algemeen niet zo vreselijk veel in te brengen hebben. Als er nu weer een adviesraad bijkomt, lijkt het ons wat veel te worden. Naar onze mening is het zinvoller de commissie economi sche zaken af en toe in contact te brengen met deskundigen op dit gebied, als het erom gaat maat regelen te treffen ter bevordering van de werkge legenheid. Dat adviesraden niet zo geweldig veel in de melk te brokkelen hebben, is onlangs nog eens be vestigd in het rapport "Haagse machten". Wij zijn er dan ook op tegen dat er weer zo'n raad komt. Daar komt nog bij dat een situatie waarin ver schillende adviesraden werkzaam zijn die elkaar half overlappen, met zich meebrengt dat het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 823