17 APRIL 1980 826 de werkgelegenheid en de daarmede ver band houdende plaatselijke sociaal-econo mische ontwikkelingen. 2. De adviesraad is met inachtneming van het werkterrein bevoegd aan burgemeester en wethouders gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen over a. Vraagstukken welke verband houden met de plaatselijke werkgelegenheid; b. Stimuleringsmaatregelen ter bevorde ring van de werkgelegenheid voor de met structurele werkloosheid bedreigde groepen in de plaatselijke bevolking c. Het te voeren wervings- en selectie beleid inzake de voor de werkgelegen heid van belang zijnde vestigingen." In mei 1979 is gesteld dat er binnen de vak beweging discussie was over de vraag of er sprake zou moeten zijn van een beleidsadviserend orgaan ex artikel 62 of van een beleidsbepalend orgaan ex artikel 61. De wethouder heeft toen te kennen ge geven dat hij er niet voor voelde dit orgaan een eigen beslissingsbevoegdheid te geven. In de com missievergadering is van de zijde van het college gezegd dat het overdragen van bevoegdheden geen zin heeft omdat de gemeentelijke bevoegdheden op dit terrein minimaal zijn. De wethouder ziet er méér in, regelmatig werknemers en werkgevers dich ter bij elkaar te brengen. Op het ogenblik gaan wij niet dieper in op de betekenis van de artike len 61 en 62 in hun uitwerking. Je kunt er lang en breed over blijven discussiëren; de stelling van onze fractie is dat je, gezien de belangen die op het spel staan, gerust een beleidsbepalende taak kunt overdragen aan een artikel 61-commissiehoe wel wij er ook begrip voor hebben dat de betrokken partijen een beleidsadviserende taak hebben geac cepteerd. Wij hebben de indruk dat de werkgevers, wanneer er een beleidsbepalend orgaan zou komen, waarschijnlijk zouden afhaken. In de omschrijving van de inhoud van het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 826