17 APRIL 1980 832 dunkt mij onverlet dat de adviesraad zou kunnen functioneren zonder anderen tekort te doen en zon der gebrek aan vertrouwen in anderen. Als men vol hardt in de opvatting dat bepaalde personen zouden moeten participeren, begrijp ik dat niet goed. Het lijkt mij juist aan de andere kant dat men dan niet volledig vertrouwen heeft in een lid van het college die deze kwestie toch tot nu toe op een goede manier heeft behandeld. Er is gesproken over de beslotenheid. Naar mijn mening moet men besprekingen niet besloten houden als zij openbaar kunnen zijn. Als we echter zien hoe moeilijk deze adviesraad tot stand komt, lijkt het inderdaad verstandig vooralsnog in be slotenheid werkzaam te zijn. Het is best mogelijk dat later een ander standpunt wordt ingenomen en dat dan meer in de openbaarheid kan worden gespro ken. De heer Dreef heeft trouwens zelf een aantal punten genoemd op grond waarvan het zeker prudent is nog niet alles in de openbaarheid te behandelen De C.D.A.-fractie is gelukkig met de totstand koming van de adviesraad. Wij hopen dat de raad dit geheel zal aanvaarden en dat de voorgedragen leden zullen worden geaccepteerd. Ook hopen we dat het snel mogelijk zal zijn de vacante plaatsen op te vullen. We zijn gelukkig met het voorstel en in afwachting van de inhoud van de amendementen kan ik alvast zeggen dat wij positief staan tegenover het voorstel zoals het hier vóór ons ligt. De heer Dreef heeft inmiddels twee amendemen ten ingediend. Amendement-Dreef nr. 1. "De raad van de gemeente Breda; Gezien het voorstel van burgemeester en wet houders onder bijlage nr. 152; Gelet op het bepaalde in artikel 25 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad van Breda;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 832