839
17 APRIL 1980
het eigenlijk weinig....
De heer GARRITSEN: Dat heb ik niet zo gezegd.
Ik heb alleen gezegd dat het provinciaal overleg
niet verloopt zoals de vakbonden het zich hadden
voorgesteld.
Wethouder SANDBERGIk heb uw woorden letter
lijk opgeschreven. U hebt over het inkapselen van
de bonden gesproken en ik wijs erop dat de bonden
daar altijd nog zelf bij zijn. Ik heb voldoende
vertrouwen in de bonden om ervan uit te gaan dat
zij zich niet laten inkapselen; daar wilde ik even
op wijzen.
Als de heer Garritsen zegt dat deze advies
commissie geen oplossing voor de problemen zal
brengen, dan is dat zijn visie. Ik wil die visie
niet meer bestrijden, omdat ik dan in herhalingen
zou vervallen. Ik respecteer de mening van de heer
Garritsen, ik ben een andere toegedaan en ik denk
dat de mijne beter is. Vooralsnog heeft de heer
Garritsen mij met zijn beperkte betoog bepaald
niet van het tegendeel overtuigd.
De heer Dreef is in de historie gedoken en
heeft de woorden van de toenmalige wethouder aan
gehaald. Ik denk dat er wat dat betreft een evolu
tie heeft plaatsgevonden, met name als gevolg van
de rapportages van de bonden waarin de raad voor
de werkgelegenheid ten tonele is gevoerd. Er heb
ben zich ontwikkelingen voorgedaan die ertoe heb
ben geleid dat de desbetreffende passage in het
programakkoord is opgenomen. Vanavond ligt het re
sultaat daarvan op tafel, na tamelijk langdurig
overleg, dat soms enigszins moeizaam en andere ke
ren ook wel weer prettig verliep, maar dat zich in
ieder geval in een goede sfeer heeft afgespeeld.
Ik ontken niet dat dit resultaat het gevolg is van
een bepaalde ontwikkeling, ook in maatschappelijke
zin, die zich heeft voorgedaan en waardoor de si
tuatie op dit ogenblik anders is dan vijf a zes
jaar geleden. Gelukkig zijn ook dit soort dingen