83 24 JANUARI 1980 goed het college in overweging te geven na te gaan of we deze taak op stadsgewestelijk niveau nog verder zouden moeten uitbreiden, of dat we niet veeleer naar mogelijkheden moeten zoeken om deze functie bij Breda te leggen. Breda is immers goed geëquipeerd en kan deze taak zeker aan. Ik meen te hebben begrepen dat men in Tilburg een soortgelij ke oplossing heeft gevonden. Het meeste extra geld wordt door de gezond heidszorg gevraagd. Het is moeilijk om tot een be oordeling te komen. Alles wat op het gebied van de gezondheid gebeurt, is natuurlijk toe te jui chen, maar we hebben wel eens de indruk dat men alles wat men verlangt graag ingebracht wil zien zonder dat voldoende wordt afgewogen of daarvoor ook de financiële middelen beschikbaar zijn. De gewestelijke gezondheidsdienst zal kritisch moeten worden gevolgd, wil deze sector straks financieel niet uit de pan rijzen. Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Uit de in leiding \an het preadvies blijkt dat de aanvanke lijk gestelde termijn voor het maken van bezwaren tegen de ontwerp-begroting van het stadsgewest, aanzienlijk is overschreden. Het lijkt mij dat bij de volgende begroting, die over een aantal maanden al weer klaar ligt, moet worden geprobeerd binnen de termijnen te blijven, zodat bij de behandeling van de gemeentebegroting bekend is wat de finan ciële consequenties van de begroting van het stads gewest zullen zijn. Het eerste gedeelte van het preadvies -- de inleiding en hoofdstuk I, De Algemene Dienst heeft in grote lijnen onze instemming. Het college haalt het programakkoord aan en kijkt van daar uit kritisch naar met name de nieuwe taken. Terecht wordt gewezen op de voortdurende onzekerheden rond de reorganisatie van het binnenlands bestuur. De toekomst van het stadsgewest is zeker zeer ongewis en daarin past grote terughoudendheid, met name bij de uitbreiding van de ordeningstaak. Wij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 83