17 APRIL 1980
840
in beweging.
Er is contact met het G.C.W. en met het
B.I.e.de heer Dreef heeft daar terecht op gewe
zen. Dit contact blijft bestaan, mede op verzoek
van deze organisaties. Ik denk dat het met name
mijn taak zal zijn te voorkomen dat er doublures
ontstaan of dat er in deze overlegorganen onder
werpen worden behandeld die zich normaliter voor
behandeling in de adviesraad lenen. Naar mijn me
ning zal een evaluatie onder meer het nuttig ef
fect hebben dat we op dit punt duidelijk attent
blijven
De heer Dreef heeft gesproken over de open
baarheid en de heer Van Banning is ingegaan op de
beslotenheid. Ik ben het volkomen eens met de
stelling van de heer Van Banning ook de woorden
van de heer Van Banning haal ik even letterlijk
aan dat men niet in beslotenheid moet vergade
ren wanneer het in het openbaar kan.Welnu,ik denk
dat de passage die op dit punt in het onderhavige
voorstel is opgenomen,even zeer als andere aspec
ten onderworpen zal zijn aan de maatschappelijke
ontwikkelingen die ik zojuist heb genoemd.Vijf jaar
geleden hoefde je nog niet aan een adviesraad voor
de werkgelegenheid te denken en nu ligt er een
voorstel tot de instelling van zo'n raad op tafel.
Het voorstel bevat een passage met betrekking tot
beslotenheid en openbaarheid en ik verwacht dat
dezelfde maatschappelijke ontwikkelingen ervoor
zullen zorgen dat over vijf jaar deze passage an
ders geformuleerd zal zijn. Ik deel de opvatting
dat men niet in beslotenheid moet vergaderen wan
neer het ook in het openbaar kan. Naar mijn over
tuiging zijn wij op weg naar een stukje openbaar
heid. Ik kan dit niet garanderen, maar ik denk dat
het, het geval is. Ik verwacht dat de vergaderin
gen straks als regel openbaar zullen zijn en dat
men dan nog slechts over bepaalde onderwerpen
die mogelijkheid moet altijd bestaan in beslo
tenheid met elkaar van gedachten zal willen wisse
len. De gang van zaken op dit punt wordt overigens