851
17 APRIL 1980
De heer DREEF: U niet dan? Ik heb begrepen
dat u ons voorstel straks niet zult steunen.
De heer GARRITSEN: Het gaat erom dat u te
recht het sociaal aspect belangrijk hebt genoemd,
maar dat u met uw voorstel naar verwachting geen
meerderheid zult behalen. De wethouder heeft een
toezegging gedaan in verband met het feit dat in
wezen iedere wethouder bij iedere commissie kan
zitten. Ik meen echter dat men dit op een formele
re en politiek nettere manier zou moeten regelen.
Op grond van deze twee constateringen kom ik
tot de conclusie dat het resultaat minder is ge
worden dan wat de P.v.d.A. oorspronkelijk voor
ogen stond. Er komt nu een heel vrijblijvend over
leg en ik wijs erop dat in de verkiezingstijd van
de kant van de P.v.d.A. nogal is gehamerd op het
verschil tussen een werkgelegenheidsberaad en een
raad zoals er nu één zal worden ingesteld. Dat
verschil wil men nu min of meer onder de tafel
werken.
De VOORZITTER: Ik geloof dat u elkaar wel
hebt begrepen.
Wethouder SANDBERG: Tot mijn vreugde heb ik
bij mevrouw Saelman kunnen bereiken dat ondanks
de twijfel die wellicht nog bij haar aanwezig is,
de weegschaal naar de positieve kant is doorgesla
gen. Overigens wijs ik erop dat ik de verordening
niet op mijn eigen manier kan gaan interpreteren.
Voor alle duidelijkheid zeg ik nog eens dat de
commissie economische zaken geen toegang tot de
vergaderingen van de adviesraad heeftIk heb
echter gezegd en ik heb begrepen dat mevrouw
Saelman daarop nu haar instemming baseert te
zullen bevorderen dat de adviesraad voor de werk
gelegenheid en de leden van de commissie economi
sche zaken elkaar met een bepaalde frequentie zul
len kunnen ontmoeten om met elkaar over bepaalde
onderwerpen van gedachten te wisselen. Dit is