17 APRIL 1980
856
adviesraad aan de beraadslagingen deelnemen."
Een daartoe strekkend amendement dien ik bij
dezen in. Het is mede-ondertekend door de heer
Neeb van de V.V.D. en onder anderen ook door me
vrouw Saelman.
De VOORZITTER: Dames en heren. Ik stel u voor
er bij deze gelegenheid mee in te stemmen dat ik
volsta met voorlezing van het amendement. U zou
natuurlijk fotokopiën van het amendement kunnen
krijgen, maar dat kost weer tijd.
De heer Van Banning heeft op grond van arti
kel 25 van het reglement van orde een amendement
ingediend, inhoudende dat aan artikel 3 van de
concept-verordening een lid 5 wordt toegevoegd
"Elk lid van het college van burgemeester en
wethouders mag in elke vergadering van de ad
viesraad aan de beraadslagingen deelnemen."
Ik geef de gelegenheid tot het afleggen van
stemverklaringen over dit amendement.
Voldoende ondersteund zijnde maakt het amen
dement-Van Banning mede onderwerp van beraad
slaging uit.
De heer DREEF: Nu dit amendement ter tafel
ligt, hebben wij uiteraard behoefte aan schorsing.
De VOORZITTER: Als u dat vraagt, doen we dat.
Ik schors de vergadering.
SCHORSING.
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Ik
stel vast dat er thans twee amendementen en één
motie ter tafel liggen. Het amendement van de heer
Dreef, dat ik het verst strekkend acht, zou het
eerst in stemming kunnen komen. Daarnaast is een
tweede amendement ingediend, waarover u nog niet
hebt kunnen spreken. Vindt u het goed dat ik de
amendementen nu maar in stemming breng?