17 APRIL 1980 858 Steenoven, Oomen en Dreef, mevrouw Muntje- Werff-van den Hul, de heren PaquaijWelschen, Crul en Hendriksen, alsmede mevrouw Elie-van Es. De VOORZITTER: Ik stel aan de orde het amen dement-Van Banning. De heer CRUL: Er hoeft wat ons betreft niet te worden gestemd. De intentie die wij met ons amendement hadden, is duidelijk. Wij betreuren vooral dat de C.D.A.-fractie ons amendement niet heeft gesteund, maar omdat het amendement van de C.D.A.-fractie de duidelijkheid op dit punt en de waarde van de adviesraad onderstreept, zullen wij dit amendement steunen. De heer GARRITSENHet zal duidelijk zijn dat ik tegen dit amendement ben. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het amendement-Van Banning aanvaard, onder aante kening dat de heer Garritsen geacht wil wor den te hebben tegengestemd. De motie-Dreef (eerder genoemd: amendement- Dreef nr. 2) wordt vervolgens zonder hoofde lijke stemming aanvaard, onder aantekening dat de heer Garritsen geacht wil worden te hebben tegengestemd. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming over eenkomstig het geamendeerde voorstel van bur gemeester en wethouders onder nr. 152 II be sloten, onder aantekening dat de heer Garrit sen geacht wil worden te hebben tegengestemd. Tenslotte wordt overgegaan tot benoeming van leden en plaatsvervangende leden van de ad viesraad inzake werkgelegenheid. Bij acclama tie worden benoemd tot:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 858