21 APRIL 1980 877 grote problemen liggen, maar op dit moment is dit niet de tijd en de plaats om daarop in te gaan. Ik heb hiermee wat achtergronden en uitgangs punten van het C.D.A. geschetst en op basis daar van wil ik naar het collegevoorstel kijken. Het idee om de Beyerd een actief intermediair te doen zijn tussen kunstenaar en publiek wordt vanuit on ze visie u zult dat na het voorafgaande begrij pen toegejuicht. In de commissie is erg lang gediscussieerd over de tegenstelling tussen een cultureel centrum, waar alle kunstvormen, kunste naars en actieve burgers elkaar beïnvloeden, en een centrum voor hedendaagse beeldende kunst. Het eerste is erg fraai als ideaal, maar het is te hoog gegrepen, gelet op de bestaande mogelijkheden; dit blijkt niet haalbaar te zijn. De tweede moge lijkheid, een centrum voor hedendaagse beeldende kunst, leek ons aanvankelijk te beperkt. Het vol gende beeld is hierbij gebruikt: snoeien is goed als er overwoekering dreigt, maar je moet de plant niet te vergaand snoeien, omdat hij dan dood gaat. Tijdens de discussies groeide het idee dat naast de beeldende kunst wel degelijk andere kunstvormen in de Beyerd ondersteuning moeten verlenen, waar bij moet worden gedacht aan film, muziek, perfor mance enzovoorts. Toch bleven er vragen bestaan, bijvoorbeeld de vraag of het uitsluitend om heden daagse kunst zou moeten gaan en de vraag wat er dan moet gebeuren ten aanzien van spontaan gegroeide culturele activiteiten, die niet onder het hoofdje "beeldende kunst" vallen.Hiervoor zijn oplossingen gevonden en ik maak graag een compliment in de rich ting van de wethouderdie met veel partijen heeft gesproken en die bereid is gebleken ook aan te pas sen en te komen met een voorstel dat onzes inziens nu voor een meerderheid van de raad aanvaardbaar is Het idee is nu: de beeldende kunst in interactie met andere kunstvormen, waarbij géén verschraling van het totaal aan kunstuitingen in Breda zal op treden. In het stuk is uitvoerig aangegeven hoe een en ander moet worden opgevangen. De

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 877