87
24 JANUARI 1980
Naar de mening van onze fractie moet er zo
snel mogelijk worden aangepakt. Regionale eenheid
maakt macht, vooral gezien de reorganisaties van
Philips, AKZO enzovoorts enzovoorts en de verslech
terende werkgelegenheid in deze regio. In dit ver
band rijst de vraag, welke aanleiding er voor ver
sterking van het secretariaat is. Ik mag toch niet
de conclusie trekken dat de B.O.C.'s niet goed
functioneren? Is het soms zo dat men in verband
met frustratie niet goed met deze structuur uit de
voeten kan of dat deze niet in het beleid van de
huidige minister van economische zaken, de heer
Van Aardenne, past? Ik weet dat de heren Lubbers
en Boersma, ministers in het kabinet-Den Uyl, zich
tegen over dit soort structuren altijd positief
hebben opgesteld.
Als wij over overlegstructuren in onze eigen
gemeente spreken, bijvoorbeeld een raad voor de
werkgelegenheid, horen we nogal eens uit de hoek
van het C.D.A. en de V.V.D. dat er geen nieuwe
praatclubs bij moeten komen. De voormalige wethou
der van economische zaken, de heer Van Graafeiland,
heb ik dit herhaaldelijk horen zeggen. Ik hoop dat
zulke gedachten niet bij de Bredase vertegenwoor
digers in de stadsgewestraad leven en als dat wèl
het geval is, zou mijn fractie zulks graag van hen
willen vernemen. Ook het Brabants Nieuwsblad vraagt
zich in zijn redactioneel commentaar af of de
B.O.C.'s de zoveelste Brabantse praatclubs zijn.
Ik zou verder willen vragen hoe het stadsge
west tegenover de huidige structuur van het BODEM-
overleg staat. Het stadsgewest vervult in dat
overleg de rol van toehoorder. Het doel van het
BODEM-overleg is dat men een aantal zaken met el
kaar kan doorpraten, terwijl de provincie naar ik
heb begrepen de gewesten wil inschakelen bij de
totstandkoming en de invulling van een structuur
schema bedrijventerreinen. Uit het dagblad De Stem
van 4 januari 1980 heb ik voorts opgemaakt dat de
gedeputeerde de heer Van der Heijden de nadruk op
het duidelijk naar voren komen van de gezamenlijke