21 APRIL 1980 881 cultuurpolitiek. Een maand geleden, toen over de taptoe werd gesproken, kwam dit aspect nog aan de orde Er werd toen gevraagd waarvoor de gelden nu eigenlijk zouden moeten worden besteed, voor kunst zinnige vorming dan wel voor vredespolitiek. De heer Oomen zei toen bij interruptie: dat ligt in één lijn. Dat was geen grapje van hem, maar hij meende dat echt. Ik geloof dat zo'n standpunt heel gevaarlijk is. Ik wil de Partij van de Arbeid in Breda aanraden eens wat meer te luisteren naar de heer Tromp, die lid van haar partijbestuur is. Hij heeft gezegd dat de kunst niet elitair is omdat die slechts een kleine minderheid interesseert, aangezien dat ook voor goed timmeren geldt. Verder wil ik de Partij van de Arbeid in Breda aanraden de laatste boeken van Jeroen Brouwers eens te le zen, die daarover een uitvoerige verhandeling heeft geschreven. In zijn laatste boek schrijft hij: "Ik schrijf niet om de maatschappij te her vormen, ik maak kunst, ik heb geen illusies." Het initiatiefvoorstel van de Partij van de Arbeid is bedoeld om haar visie te verwerkelijken. Het stuurt opnieuw een groep mensen het bos in om een nota te schrijven en het hoopt dat daaruit komt een emancipatorisch politiek gekleurde be leidsnota naar socialistische visie. Gezien het verhaal dat ik heb gehouden zal het duidelijk zijn dat wij daarmee niet akkoord kunnen gaan. De heer Oomen heeft in de commissie duidelijk gezegd wat hem daarbij voor ogen staat, namelijk de winkel van sinkel, zoals hij het letterlijk zei. In de Beyerd zou alles mogelijk moeten zijn, tot vogel tjes-tentoonstellingen, koffiedrinken voor De heer OOMEN: Voor C.D.A.-huisvrouwen! De heer KAMMERAAT: Bedankt! De heer Oomen staat hier helemaal alleen in, want ook de stafme dewerkers van de Beyerd en de W.B.K.K. hebben daaraan geen behoefte. Het is gebleken dat de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 881