882
21 APRIL 1980
Beyerd een dergelijke opzet niet kan bolwerken.
Men komt daardoor tot over de oren in het werk en
men kan niet toekomen aan een goed stuk beleid op
het gebied van de kunst.
Ik heb vervolgens onze bibliotheek verzocht
eens na te gaan wat er in de winkel van sinkel al
lemaal precies gebeurde en onze onvolprezen bi
bliotheek is daarin ook geslaagd. Het blijkt een
reclameleuze te zijn uit omstreeks 1850, die in
die tijd in Amsterdam werd gehoord. De winkel van
sinkel was één van de voorlopers van onze waren
huizen. De leuze luidt in zijn geheel: "In de win
kel van sinkel is alles te koop. Daar kan men
krijgen mandjes met vijgen, doosjes pommade, fles
jes orgeade, hoeden en petten en damescorsetten,
drop om te snoepen en pillen om te ach, laat
ik maar ophouden, mijnheer de voorzitter.
Wel wil ik graag de heer Oomen een compliment
maken voor de beeldende wijze waarop hij zijn ver
haal heeft gehouden. Ik heb opgemerkt dat er bij
hem tussen leer en leven gelukkig toch een groot
verschil is, aangezien hij niet alleen rode bloe
men in zijn bos heeft verwerkt, wat je wél zou
verwachten. Ik voel mij overigens als plantenlief
hebber aangesproken door wat hij over orchideeën
heeft gezegd. Hij heeft zich daarover namelijk
nogal negatief uitgelaten door te zeggen dat een
orchidee in een doosje thuishoort en dat je er
eigenlijk niet naar mag kijken.
De heer OOMEN: Ik heb inderdaad een orchidee
in een doosje bij me, maar in mijn boeket zit óók
een orchidee!
De heer KAMMERAAT: De heer Oomen mag wel eens
met me mee naar vindplaatsen van echte orchideeën
in de omgeving van Breda. Hij mag dan naar die
orchideeën kijken en hij mag ze zelf aanraken,
mits hij ze maar niet plukt, want zij zijn be
schermd.
Het zal duidelijk zijn dat wij het idee en