21 APRIL 1980 895 daarom voorstellen dat de raad kiest voor öf een cultuur centrum zoals de Partij van de Arbeid dat wenst, öf een kunstcentrum zoals door ons wordt voorgestaan. Wanneer die belangrijke keuze is ge maakt kan de bestuurscommissie de taak krijgen om uitgaande daarvan een beleidsplan op te stellen, want dan heeft dat ook nog zin. U stelt ons even wel voor te kiezen voor het creëren van een cen trum voor hedendaagse beeldende kunst, waarbij al le andere activiteiten zijn verschoven naar andere lichamen. Voor een dergelijk centrum heeft een be stuurscommissie naar onze mening eigenlijk geen zin. Die wordt dan een soort waterhoofd, waarmee je niets kunt doen. Er komt dan een aantal mensen dat gaat zitten bedenken wat er moet gebeuren, maar in feite valt er niets meer te bedenken. Wan neer er geen keuze voor een grote lijn wordt ge maakt, willen wij ook afzien van instelling van een bestuurscommissie. De heer Oomen heeft gesteld dat kunst een emancipatorisch karakter moet hebben. Inderdaad betekent emancipatie "losmaken". De P.v.d.A. wil dat mensen zich door middel van de kunst bewust worden van hun situatie. Wij pleiten ervoor dat wordt bevorderd dat mensen die zich in hun eigen situatie al pijnlijk bewust zijn van de grauwheid en alledaagsheid van het leven zich door de kunst kunnen vrijmaken en zich kunnen vermeien in de grenzeloosheid, in de grenzeloze schoonheid van de scheppingen van de geest. De VOORZITTER: Het lijkt mij goed dat, ter verkrijging van een volledig beeld van hoe het college over de voorstellen denkt, eerst het woord wordt gevoerd door de heer Sandberg. Daarna zal de heer Oomen, indien hij dat verlangt, de gelegen heid krijgen hierover nog iets te zeggen. Ik con stateer dat de heer Oomen het daarmee eens kan zijn. Wethouder SANDBERG: De heer Kammeraat begon

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 895