21 APRIL 1980
903
het groeiproces en de verschraling voldoende heb
gezegd, ook in de richting van de heer Kammeraat.
Voor wat betreft de uitbreiding van de staf
heeft de heer Kammeraat de suggestie gedaan om ook
wellicht periodiek, de Stichting Grote Kerk daar
bij te betrekken. Ik vind die gedachte op zichzelf
bepaald niet verwerpelijk, maar ik wil in dit ver
band nog wat dieper ingaan op het directeurenover-
leg, waarvoor ik wil teruggaan naar het begin. Eer
tijds liet de wethouder van cultuur zich adviseren
door de chef van de afdeling, die toen nog het bu
reau culturele zaken heette. Voorts voerde hij
periodiek bilaterale gesprekken met de directeur
van de schouwburgde directeur van de Beyerdde
directeur van de muziekschool en de directeur van
de bibliotheek. Al voordat wij spraken over een
netwerk en voordat de functie van de Beyerd discu
tabel werd gesteld, beseften wij donders goed dat
er tussen al die instituten, die hoe langer hoe
meer gingen evolueren van hun oorspronkelijke func
tie naar de functie die ik zojuist heb geschetst,
een stukje samenwerking en samenhang noodzakelijk
was. Om die reden zijn de bilaterale gesprekken
vervangen door gesprekken, die eens in de veertien
dagen plaatsvinden, en waarbij wij met elkaar om
de tafel gaan zitten om een aantal vraagstukken op
te lossen. Uiteraard werd dat ook om andere rede
nen van buitenaf ingegeven. Vaak werd namelijk ook
het cultuurbudget gezien als een homogeen budget.
Er werden gelden beschikbaar gesteld voor de sec
tor cultuur, maar binnen die sector moest nog wor
den bekeken hoe zij moesten worden aangewend, wie
prioriteit moest krijgen en welke activiteit de
grootste achterstand had. Als je op enig moment
geld uitgeeft voor de bibliotheek, betekent dat
dat je dat geld niet op hetzelfde moment voor de
archiefdienst kunt uitgeven.
Ik wil vervolgens een aantal kanttekeningen
plaatsen bij het initiatiefvoorstel van de heer
Oomen. Mevrouw Saelman is ermee begonnen één zin
snede daarin naar haar mening recht te zetten en