916
21 APRIL 1980
Mevrouw SAELMAN-BOELEN: Het is een babyloni-
sche spraakverwarring I
De heer OOMEN: De V.V.D. is wel wat kritisch,
maar ook zij gaat toch met het college mee.
Ik kom terug op het slot van mijn verdediging
in eerste termijn. Er is een heel bekend rijmpje:
"Jantje zag eens pruimen hangen, oh, als eieren
zo groot". Dat is niet zo gek, die pruimen zien
wij als P.v.d.A. ook wel hangen en wij willen de
mensen graag in staat stellen ze te plukken.
Dan heb ik tenslotte nog twee vragen aan het
college. Wij vragen ons met andere sprekers af of
het platform van directeuren van culturele instel
lingen, het platform van beleidsmensen, niet wat
beter moet worden geformaliseerd om te voorkomen
dat competentiekwesties zullen ontstaan. In de
commissie is gezegd dat daarvan geen sprake zal
zijn, maar wij vrezen dat dit toch zal gebeuren
als een en ander niet wordt geformaliseerd.
Met betrekking tot het overzicht van de fi
nanciën hebt u gezegd dat er sprake is van groei.
Dat is waar, maar bij het bezien van de specifica
tie van de uitgaven komen wij tot de conclusie dat
er juist in de activiteiten die met onze visie
stroken wat meer geld zou moeten worden gestoken,
desnoods ten koste van andere culturele activitei
ten. Ik wijs hierbij op bijvoorbeeld de kunstzin
nige vorming, waarvoor nu weliswaar 94.000,
is opgenomen maar waaraan naar ons oordeelop
grond van onze visie, meer geld zou moeten worden
besteed. Bij andere culturele activiteiten die
dicht bij de mensen staan is er zelfs sprake van
een daling, ik denk met name aan de amateuristi
sche kunstbeoefening. Het daarvoor uitgetrokken
bedrag is van 196.000,— tot 163.000,terug
gebracht, wat mijns inziens als een betreurens
waardige ontwikkeling moet worden beschouwd.
De VOORZITTER: Wij zullen nu eerst een kwar
tier pauzeren. De vergadering is geschorst.