924 21 APRIL 1980 die destijds in een ambtelijk stuk stonden ver meld en die onzes inziens zij het in andere woor den ook in dit preadvies naar voren zijn gebracht, willen aangeven waar naar ons oordeel de kern van de zaak ligt. Dat dit misschien wel wat duidelij ker geformuleerd had kunnen worden geef ik de heer Sandberg dan wel toe. Overigens moet ik dan nog zeggen, dat het ons niet om de 86 bloemen gaat die nu in de Beyerd staan. Het gaat er ons om, dat in de Beyerd heel veel dingen tegelijk kunnen gebeuren, zodat je op een gegeven moment wel een keuze moet maken. Onze keuze in dezen is breder dan die van het college, wat met name ook uit ons voorstel blijkt. Overi gens is het erg moeilijk het oorspronkelijke ci taat van Mao in dit verband te gebruiken, want Mao sprak over 1000 bloemen en dat lijkt ons wat al teveel. Bij interruptie hebben wij reeds op een aan tal opmerkingen van de zijde van het C.D.A. gerea geerd. Het is duidelijk welke verschillen van me ning er zijn, ik vind het in ieder geval plezierig dat wij via deze discussie tot wat meer duidelijk heid zijn gekomen. Het beroemde rijmpje dit in de richting van de V.V.D. en ook van wethouder Sandberg is niet voor niets door mij opgevoerd. Ik heb dat ge daan omdat er haarscherp uit naar voren komt waar het om gaat. Wethouder Sandberg stelde aan het eind van zijn betoog, dat de buurman de vuile gap per doodsloeg, wat mij aanleiding geeft erop te wijzen dat wij althans niets hebben gegapt. Wij zijn hier met ons eigen voorstel gekomen Wethouder SANDBERG: De Beyerd en klein fruit worden zo langzamerhand wel een obsessie voor me! De heer OOMEN: De heer Van Asseldonk was iets directer en citeerde: "schoon vader het hem ver bood". Daarmee is precies de opvatting van de V.V.D. aangegeven, zij wil niet hebben dat het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 924