928 21 APRIL 1980 gevraagd dit vrijwilligerswerk te doen waar geen of weinig beloning tegenover staat. Vrouwen hebben naar mijn overtuiging net zo goed recht op arbeid en ik vind het eigenlijk niet juist dat op deze manier misbruik van de situatie wordt gemaakt. Dit is een mijns inziens wat moeilijk punt in het ka der van de emancipatie en daarop heb ik nog even de aandacht willen vestigen. De heer KOERTSHUIS: Dit voorstel behandelen zonder enige kritiek is voor ons niet mogelijk en die kritiek betreft dan vooral en op de eerste plaats de procedure. Wij moeten dit voorstel nu in deze raadsvergadering behandelen, terwijl in de fractievergadering van maandagavond voorafgaand aan de vergadering van de raad het collegevoorstel nog niet ter tafel lag zodat wij het in de fractie niet hebben kunnen behandelen. Eerst donderdag kregen wij de bijlagen voorgelegd en het zou moge lijk zijn geweest, dat het voorstel al op donder dag in de raad behandeld had moeten worden. Vanwe ge de urgentie, vanwege het anders wellicht mis sen van de rijkssubsidie van 40.000,heeft on ze fractie met de grootst mogelijke moeite met de behandeling in de raadsvergadering van april inge stemd, maar het zou beter zijn geweest, waar de commissievergadering pas de vorige week maandag heeft plaatsgevonden, als het stuk in conceptvorm aan alle raadsleden zou zijn toegezonden. Wij heb ben het nu niet op de normale manier kunnen behan delen en dat is onzes inziens in ieder geval een onjuiste procedure. Enkele gematigde woorden geen kritiek over de emancipatie, wij willen hierover een drie tal opmerkingen maken. In de eerste plaats de op merking dat soms naar ons gevoel de neiging be staat de vrouwen-emancipatie te overtrekken. Om dat te adstrueren wijs ik op de ook hier in de raad wel eens gemaakte opmerking, dat elke vrouw per definitie tot een achtergestelde groep behoort. Dat zijn kreten die je wel eens hoort en waarvoor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 928