934
21 APRIL 1980
Van de drie door mevrouw Stutterheim genoemde
activiteiten, liggend op het terrein van vrouwen
en gezondheidszorg, heb ik in de commissie mogen
zeggen dat naar wij hopen binnen het budget voor
de volksgezondheid zeker eenmalig voor deze acti
viteiten een subsidiemogelijkheid zal kunnen wor
den gevonden. Wij hopen met een hierop betrekking
hebbend voorstel nog bij de raad te kunnen komen.
Mevrouw Saelman volhardt in haar opmerking
over de vrijwilligersactiviteiten en het niet of
weinig emancipatorisch zijn daarvan. In de rijks
bijdrageregeling sociaal-cultureel werk is zoals
u weet aangegeven dit is één van de criteria
dat sociaal-culturele activiteiten vooral door
vrijwilligers dienen te worden uitgevoerd. Deze
activiteiten komen nu primair in het kader van de
rijksbijdrageregeling voor subsidiëring in aanmer
king, waarmee overigens niet is gezegd dat voor
het uitvoeren van de activiteiten specifiek op
vrouwen een beroep zal worden gedaan. U weet dat
in de rijksbijdrageregeling emancipatie-activitei
ten ten dele de formele criteria van de bredere
rijksbijdrageregeling, waar deze regeling straks
onder zal vallen, gelden. Het vrijwilligersaspect
wordt genoemd in de rijksbijdrageregeling sociaal-
cultureel werk. Misschien kunnen wij, om enkele
misverstanden uit de wereld te helpen, in de com
missie sociale zaken nog eens uitvoerig van ge
dachten wisselen over de vraag wat nu in feite on
der vrijwilligerswerk wordt verstaan en wat niet
en op welke wijze wij daarvan gebruik danwel mis
bruik maken.
De heer Koertshuis stelde dit voorstel niet
zonder kritiek te kunnen behandelen. Ik was blij
in eerste instantie te kunnen constateren dat zijn
kritiek vooral de procedure betrofdaarna heeft
hij er wel iets van teruggenomen waarop ik direct
nog terugkom. Voor de in dezen gevolgde procedure
hebt u in de vorige vergadering al nadrukkelijk
onze excuses aangeboden, mijnerzijds zou ik nog
willen opmerken het bijzonder te hebben betreurd