21 APRIL 1980
935
dat de raad mogelijk afgelopen donderdag dit voor
stel al zou hebben moeten behandelen wilden wij de
rijksbijdrage niet mislopen, terwijl de raad het
programma pas donderdag op de tafels heeft aange
troffen. In dezen is een administratief-organisa
torische fout gemaakt; op 2 april jl. heeft het
college nadrukkelijk besloten dat het voorstel te
gelijk aan alle raadsleden zou moeten worden toe
gezonden met daarbij de bemerking, dat het advies
van de commissie negatief en andersluidend zou
kunnen zijn. Ik heb echter de indruk dat de voor
zitter van de raad maatregelen heeft getroffen om
dit soort organisatorische fouten in de toekomst
te voorkomen.
Vervolgens raadde de heer Koertshuis raad en
college in gematigde bewoordingen aan op het ter
rein van de emancipatie wat rustig aan te doen.
Ik zou misschien wat ondeugend willen opmer
ken, dat gematigde bewoordingen over dit onderwerp
een fractie zonder vrouwen passendat heb ik dan
bij dezen gezegd! Vrouwenemancipatie dienen wij
naar het oordeel van de heer Koertshuis niet te
overtrekken, hij heft een waarschuwende wat pater
nalistische vinger in de richting van het college
waarin ook deze vrouw zit. Raad en college zullen
in de komende maanden naar ik aanneem nog meerma
len met elkaar praten over de criteria ten behoeve
van de prioriteitenbepaling. De commissieleden heb
ben deze inmiddels al in een bijlage ontvangen. Ze
zijn op dit moment niet aan de orde omdat wij de
formele criteria voor 1980 hebben laten gelden,
maar voor het komend jaar zullen wij zeker met
vrouwengroepen over criteria en prioriteitstelling
moeten gaan praten en wij moeten nu maar afwachten
in welke richting wij in dezen zullen gaan. Er zal
zeker worden gesproken over de achtergestelde po
sitie en met name die van bijzondere groepen vrou
wen. Deze rijksbijdrageregeling is in ieder geval
voor vrouwen-activiteiten bestemd, dat is het for
mele criterium, maar als wij werken aan het door
breken van de beperkingen voor vrouwen, aan het