950
24 APRIL 1980
Bertus is nu weer helemaal terug, moge het u bei
den gegeven zijn nog vele jaren van een welver
diende rust te genieten.
Bertus, namens de gehele raad zou ik je een
geschenk willen aanbieden dat je hopelijk zult
kunnen waarderen en dat je zicht biedt op een paar
van de mooiste plekjes van Breda, de stad die jou
niet snel zal vergeten.
De heer Van Duijl biedt de heer Broeders een
geschenk aan. (applaus)
De VOORZITTER: Ik dank de nestor van de raad
voor zijn woorden, als voorzitter van uw raad wil
ik nu ook nog graag een enkel woord spreken.
Dames en heren, leden van de gemeenteraad,
mijnheer en mevrouw Broeders, dochters en zonen
en ieder die daarbij behoort. Afscheid nemen uit
deze raad van wethouder Broeders betekent in zeke
re zin het aflopen, het langzaam aflopen van een
bestuurlijk tijdperk van deze stad. In de ontwik
keling van het bestuurlijk denken en doen is dat
op dit moment, overigens zonder bewijsvoering,
toch niet zo overdreven gezegd. Bovendien is wet
houder Broeders de laatste wethouder uit de zes
tiger jaren. Voor hemzelf is het een einde van 22
jaar raadslidmaatschap en bijna veertien jaar wet
houder zijn van onderwijs en financiën. Wij nemen
niet alleen afscheid van een bestuurder met een
omvangrijke staat van dienst, wij nemen ook af
scheid van een goede collega, maar wij nemen geen
afscheid van een goede vriend en de mens Broeders.
Een mens als vanzelf getekend door zijn oorsprong
en opvoeding vanuit het gezin waarin hij is opge
groeid. Getekend ook, eveneens vanzelfsprekend,
door zijn omgeving, door zijn werk, door zijn
partij. Ambitieus? Ja, maar met gevoel en oog voor
zijn medemens, meer ambitieus denk ik voor anderen
dan voor zichzelf, met tijd voor mensen. Een man
met een hoge taakopvatting, voorzichtig, nauwkeu
rig en alert. Een man ook die van de goede dingen