24 APRIL 1980 951 des levens weet te genieten, zijn grote behoefte aan gezelligheid die wij hebben mogen ervaren: thuis zijn, biljarten, vissen. Vanuit zijn achter grond is altijd zijn behoefte gebleven iets te betekenen voor de ander, zonder dat hij aan zich zelf en zijn directe omgeving afbreuk wilde doen. Op gezette tijden bescheiden, maar toch ook wel dat geldt voor iedereen wat ijdel. Hij heeft belangwekkende zaken tot stand willen en kunnen brengen, waarbij zijn eigen rolleninbreng terecht niet over het hoofd kon of mocht worden gezien. Deze man werd geroepen tot het besturen van onze stad, eerst als raadslid, ook als fractievoorzit ter, tenslotte als wethouder en als loco-burgemees ter. Veertien jaar lang met nagenoeg dezelfde por tefeuille, met hetzelfde enthousiasme, wat moei lijk op te volgen en te vervangen, zonder dat dit overigens een verdienste mag worden genoemd. Hij zette zich in met zijn hart en met zijn verstand voor het onderwijs en de gemeentefinanciëndan zeg ik het denk ik in de goede volgorde. Hij had een groot respect voor het onderwijs, hij wilde de kansen om onderwijs te volgen voor iedereen zo groot mogelijk maken en wij troffen bij hem het is al gezegd een niet zo erg vaak voorkomend aangeboren talent voor financiën aan. Op beide ge bieden is in de afgelopen tijd veel tot stand ge komen Ook overigens is hij, niet tegen wil en dank, een opvallend figuur geworden. In de colleges waarin wij samen, Bertus, zitting mochten hebben was hij een fervent voorstander van collegiaal be stuur en, weliswaar niet tot iedere prijs, verde diger van een politiek compromis. Spitsvondig, ook wijs, soms met de blik op "oneindig" met alle ri sico's vandien. Zo werd hij de wat oudere wijze man in het Bredase bestuur, in de Bredase politiek steeds een bindend element Dames en heren. In de vergadering van deze raad leek het hem allemaal gemakkelijk af te gaan. Toch bestond bij hem, met zijn kennis, met zijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 951