958
24 APRIL 1980
een lijstje met al mijn slechte eigenschappen. U
weet dat ik graag fotografeer en u zult ook weten,
dat in de eerste tijd van de fotografie die foto
als de beste werd beschouwd die eigenlijk niet
helemaal leek, die de mooiste kanten wat scherper
naar voren haalde en de minder mooie kanten wat
verdoezelde. Zo'n foto was in de begintijd van de
fotografie het toppunt en na het aanhoren van de
sprekers van vanmiddag moet ik constateren, dat
zij als "fotografen" van de oude stempel kunnen
worden beschouwd. Natuurlijk streelt het mijn ij-
delheid wel, er is terecht op gewezen dat ik ijdel
ben en na al hetgeen over mijn goede eigenschappen
naar voren is gebracht heb ik er eerlijk gezegd
geen behoefte meer aan uit de doeken te doen wel
ke mijn slechte kanten zijn. Ik vertel er dus
niets meer over!
Ik ben mij ervan bewust dat ik onvolkomen
inga op hetgeen van diverse zijden is gezegd, wel
wil ik er de nadruk op leggen dat ik ook hier een
stukje hartelijkheid, een stukje vriendschap on
dervind. Dat dit wordt onderstreept met zoveel
hartelijke woorden, met geschenken en met het ere
burgerschap is eigenlijk teveel. Ik heb mij name
lijk heel wel gerealiseerd, dat het uit deze func
tie stappen tot consequentie heeft dat je direct
ambteloos burger bent; door het ereburgerschap
hoor ik er in de toekomst misschien toch nog een
beetje bij. Dat wil ik ook graag proberen, maar u
moet mij niet meer in uw raadsvergaderingen ver
wachten. De raadsvergaderingen zal ik niet meer
bezoeken, wel zal ik de gang van zaken in Breda
blijven volgen.
Ik zou met het volgende willen besluiten. Het
is naar ik meen Gilbert Bécaud die zingt over de
mens die komt en de mens die gaat. Vrij vertaald
komt hetgeen hij zingt hierop neer: als de mens
weggaat begint het leven opnieuw zonder hem, als
de mens geboren wordt begint het leven opnieuw met
hem. Er is nu hier een nieuw raadslid, er is een
voltallige raad, er komt een nieuwe wethouder;