8 MEI 1980
962
de heer Hendriksen als kandidaat voor een wethou
derszetel willen voordragen, dat lijkt mij een
uitstekende keus.
Tenslotte zou ik willen constateren dat, ook
gezien de functie die de heer Van Banning heeft
bekleed en naast hem nog iemand in het college
de Stichting Nationale Taptoe Breda behoorlijk
sterk in het college zal zijn vertegenwoordigd.
Mijns inziens begint de militarisering van het
college zo langzamerhand grote vormen aan te nemen.
Als deze ontwikkeling zich voortzet zullen wij
naar ik vrees te zijner tijd met een college zit
ten dat de titel Stichting Nationale Taptoe Breda
zal mogen dragen en dat zie ik als een niet zo
gunstige ontwikkeling.
De VOORZITTER: Het is knap gevonden, mijnheer
Garritsen! Overigens wil ik nogmaals benadrukken
dat is ook voor u geen nieuws dat de porte
feuilleverdeling een zaak is van het college.
Ik constateer dat door de heer Eissens de
heer Van Banning en door de heer Garritsen de heer
Hendriksen als kandidaten zijn voorgedragen. Het
lijkt mij verstandig nu tot stemming over te gaan,
ik verzoek de heren Crul, Ten Wolde en Eissens in
het stembureau zitting te nemen.
Vervolgens wordt tot stemming overgegaan. Er
worden 36 geldige stembiljetten ingeleverd, waar
mee 34 stemmen worden uitgebracht op de heer
L.A.M. van Banning en 1 stem op de heer J.A.P.
Hendriksen, terwijl 1 blanco stembiljet wordt aan
getroffen, zodat de heer Van Banning met meerder
heid van stemmen is benoemd.
De VOORZITTER: Wenst de heer Van Banning zijn
benoeming te aanvaarden?
De heer VAN BANNING: Volgaarne!
De VOORZITTER: Dan verzoek ik u achter de