22 MEI 1980 974 technisch gezien te werk moeten gaan. Misschien moeten we formeel de begroting als geheel op de agenda zetten, maar in ieder geval moeten de mo ties nu eindelijk eens worden afgehandeld. De VOORZITTER: Dames en heren. Er ligt een voorstel van orde ter tafel, terwijl u overigens bekend is wat de opvatting van het college over het tijdstip van behandeling van de moties is. Het reglement van orde schrijft voor dat een voorstel van orde terstond in behandeling wordt genomen, mits het door drie andere leden wordt ondersteund. Mijn vraag is dus allereerst of het voorstel van orde van de heer Garritsen ondersteuning krijgt. Mevrouw SAELMAN-BOELEN: De heer De Brouwer en ik steunen het voorstel van de heer Garritsen van harte De heer CRUL: Het voorstel van de heer Gar ritsen lijkt sympathiek. Ik geloof dat zeker de kwestie van de herinrichtingspremie in wezen geen verder uitstel duldt. Onze redenering is echter dat er voor het goed afwikkelen van deze kwestie betere slagingskansen zijn bij verschuiving naar juni dan bij behandeling in deze vergadering. Zo voelen wij het althans aan en daarom zijn wij niet vóór het ordevoorstel van de heer Garritsen. Wèl zijn wij van mening dat er in de loop van deze maand harde toezeggingen moeten komeninhoudende dat de kwestie in ieder geval in juni zal worden afgewikkeld. De VOORZITTER: Dat laatste is de bedoeling. Aan de orde is nog steeds de vraag of het voorstel van orde voldoende ondersteuning vindt. De heer EISSENS: Het is eigenlijk erg verve lend dat niet duidelijk is wanneer dit soort on derwerpen aan de orde komen. Eén ding is zeker: op het ogenblik is de tijd nog niet rijp en is de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 974