981
22 MEI 1980
behandeling van de begrotingen en de meerjarenbe
grotingen. De realisering van de genoemde filia
len de spreiding over de stad past in het
beleidsplan dat indertijd door de raad is onder
schreven. Nu beschikken wij tot ons geluk over een
uitsplitsing van percentages betreffende de Breda
se bewoners die aan de activiteiten van de diverse
filialen van de Bredase bibliotheek deelnemen. Uit
het recentste onderzoek blijkt dat voor zover de
deelnemende Bredanaars bekend zijn de volgende
verdeling kan worden gemaakt ik noem daarbij
deelnemerspercentages per wijk
Breda-Centrum - 11,6%
Breda-Noord - 19,8%
Breda-Oost - 17,2%
Breda-Zuid-oost - 17,2%
Breda-Zuid - 19,1%
Breda-West - 9,5%
Voor Breda-West geldt dus een aanmerkelijk
lager percentage dan voor alle andere wijken. De
bibliotheekcommissie geeft in haar nota aan dat
dit onder meer zijn oorzaak vindt in het feit dat
de huidige vestiging in West, die zoals men weet
in de Vlieren is gelokaliseerd, op geen enkele
wijze aan de normen voldoet. Wij vinden dat een
nogal krasse uitspraak, die aangeeft dat de bi
bliotheekvoorziening in het stadsdeel West bene-
denmaats is. Overigens blijkt ook het college dit
te onderschrijven. Wij zijn echter van mening dat,
nu in een vorige raadsvergadering is beslist dat
in Zuidoost een filiaal van de bibliotheek van
start zal gaan, extra initiatieven nodig zijn ten
einde de bewoners van West de mogelijkheid te ge
ven om van de bibliotheek gebruik te maken. Naar
onze opvatting is de bibliotheek een zeer belang
rijke basisvoorziening op het educatieve en het
recreatieve vlak. Er is nogal eens discussie, ook
in de commissie, over de vraag, of de bibliotheek
alleen educatief functioneert, of dat zij ook re
creatie, vermaak en verpozing biedt. Wij willen
beide elementen naar voren brengen.