983
22 MEI 1980
groter filiaal in Breda-West;
- verzoekt het college bij de opstelling van
de genoemde begrotingen en de afweging van
de prioriteiten in en buiten de sector cul
tuur deze mening van de raad gestalte te
geven.
Voldoende ondersteund zijnde maakt deze motie
mede onderwerp van beraadslaging uit.
De heer GIELENIn de vergadering van de com
missie voor cultuur van verleden maand is het on
derhavige voorstel van het college uitvoerig aan
de orde geweest, zelfs in die mate dat de commis
sie heeft geadviseerd het voorstel op enige punten
te wijzigen. Ik constateer dat met dit advies in
grote lijnen rekening is gehouden. Toch zou men
bij lezing van het voorstel dat nu ter tafel ligt,
de indruk kunnen krijgen dat er verschil bestaat
tussen de nieuwe vestigingen in Breda-West, Breda-
Oost en de Haagse Beemden. Op bladzijde 3 van het
voorstel geeft het college aan dat de plannen ten
aanzien van filiaal West, filiaal Haagse Beemden
en filiaal Oost te zijner betrokken zullen worden
in de behandeling van de begrotingen en de meer
jarenbegrotingen. Onze fractie is echter van me
ning dat het gehele gebeuren zou moeten worden be
trokken bij de accommodatieproblematiek in de sec
tor cultuur. Hierbij doelen wij duidelijk op de
nota "Het licht op groen".
Met de toezegging van de wethouder, gedaan
in de commissievergadering, waren wij bijzonder
tevreden. In onze fractie zijn echter toch enkele
vragen en opmerkingen blijven liggen. Op bladzij
de 19 van de nota is sprake van de kwalitatieve
eisen en in hetzelfde verband wordt de aankoop van
buitenlandse boeken aan de orde gesteld. Ook wordt
ingegaan op de wensen met betrekking tot de col
lectie van wetenschappelijke literatuur: een uit
breiding wordt zeer wenselijk genoemd.
Op bladzijde 22 van de nota is sprake van de