22 MEI 1980 990 wijze we daarbij te werk moeten gaan. Ik kan al met al aan het adres van de heer Gielen zeggen dat dit punt uiteraard aandacht moet hebben, maar aan gezien ik de consequenties in het geheel niet ken, zou ik het hierbij willen laten, omdat ieder woord dat ik verder zeg, op dit ogenblik te veel is. Terecht heeft de heer Van Asseldonk geconsta teerd dat we vastzitten aan de ketenen van de bud gettaire capaciteit. Het oordeel van de bestuurs commissie houdt in dat dit uiteraard valt te be treuren iets wat we eigenlijk allemaal kunnen onderschrijven maar dat binnen de gegeven bud gettaire mogelijkheden voor de allerbeste aanpak is gekozen. De heer De Brouwer is ingegaan op de achter stand in het boekenbezit, een bekend gegeven. Hij heeft ook een uitspraak gedaan over de motie van de heer Oomen, waarover ik in dit stadium slechts het volgende wil zeggen. Ik onderschrijf uiteraard volledig dat een beter filiaal West broodnodig is en zo'n filiaal moet er wat mij betreft zo snel mogelijk komen. Anderzijds moet echter worden be dacht dat we op dit ogenblik nog niets weten over de financiële perspectieven voor 1981 en volgende jaren en dat we dus ook nog geen kennis hebben kunnen nemen van de accommodatievoorstellen die in het kader van de financiële mogelijkheden op tafel zullen komen. In zo'n situatie moet de raad naar mijn mening niet uitspreken waar de prioriteiten zo al kunnen liggen. Met een uitspraak, inhoudende dat het filiaal West wel degelijk de aandacht moet hebben, zou ik akkoord kunnen gaan, maar de motie van de heer Oomen heeft heel duidelijk het karak ter van het stellen van een preprioriteitVolgens de motie zou de raad een preprioriteit moeten uit spreken, terwijl die zelfde raad op dit ogenblik de financiële perspectieven, alsmede de consequen ties op het gebied van het personeel en het boeken bezit, niet kent. Daar komt dan nog bij dat de raad het collegevoorstel met betrekking tot het accommodatiebeleid nog niet heeft ontvangen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 990