22 MEI 1980
994
j bijlage
.ng van
bestemming
bedrijf
te ge-
nderlijke
gepleit
het rijk
n. Onze
tie van
n aanslag
de voor
aarop
onze me-
milieu
deren,
sten, sa-
Mermans,
eer, maar
et ener-
toch
energie
wat
allen om
aagt eni-
et onzin-
een
mijn
delijk
e voor
keur
gaat er dan ook naar uit de gelden in een centrale
pot te doen en van daaruit te verdelen, zodat de
gehele raad zich erover kan uitspreken.
De heer DE BROUWER: Wij zouden er niets op
tegen hebben als uw fractie op die wijze te werk
zou gaan.
De VOORZITTER: Er zal waarschijnlijk de
volgende maand nog volop de gelegenheid zijn
daarover te spreken
De heer DREEF: De heer De Brouwer heeft gezegd
dat de door hem gewenste besteding van de overwin
sten bij de begrotingsbehandeling aan de orde zou
zijn geweest. Ik meen mij echter te herinneren dat
D'66 bij de algemene begrotingsbehandeling niet
aanwezig is geweest. Bovendien maak ik mij sterk
dat de heer De Brouwer zelfs de behandeling van de
EnWa-begroting in de commissies niet heeft bijge
woond. Als dat laatste niet juist is, hoor ik het
nog wel van de heer De Brouwer. In ieder geval was
D'66 bij de behandeling in de raad niet aanwezig.
De heer DE BROUWER: Het geheugen van de heer
Dreef is uitstekend voor zover het gaat om gebeur
tenissen die zich in een ver verleden hebben afge
speeld, maar ik heb zojuist letterlijk gezegd: "Bij
de behandeling van het raadsvoorstel met betrekking
tot de bestemming van overwinsten van het energie-
en waterbedrijf...". Dat voorstel hebben we buiten
de begrotingsbehandeling om behandeld.
De VOORZITTER: Dames en heren. Zullen we el
kaar nu niet meer herinneren aan ons geheugen
evenmin ik begrijp dat ook daarover wordt ge
sproken -- aan onze verstandelijke vermogens? Ik
geloof dat het beter is daarover nu niet te spreken.
Het agendapunt dat aan de orde is, vergt al veel
van ons verstand en we gaan nu gewoon door met de
behandeling.