22 MEI 1980
996
bouwvergunning wordt verstrekt op rechtsgeldige
gronden en ik stel voor de vragen van de heer Gar-
ritsen in ieder geval bij dit agendapunt buiten de
discussie te houden. Overigens meen ik te weten
dat de provincie ten aanzien van deze affaire een
verklaring van geen bezwaar heeft afgegeven; dit
ter informatie van de heer Garritsen.
De heer DE BROUWER: De wethouder verwijt mij
dat mijn opmerking bezijden het aan de orde zijnde
voorstel zou zijn geweest. Ik meen echter dat ik
wel degelijk heb gesproken over wat er aan de orde
is: ik heb namelijk een andere dekking van de kos
ten aangegeven en wat dat betreft zat ik er niet
naast. Mijn opmerking had overigens impliciet ver
band met het milieubeheer. De dekking hoort naar
mijn mening bij de stelpost milieubeheer niet
thuis.
De wethouder heeft voorts gezegd dat er nog
we-1 een voorstel met betrekking tot de besteding
van de overwinst van het EnWa-bedrijf aan de orde
zal komen; dit heb ik althans in zijn woorden be
luisterd. Kan hij zich op dat punt nader verklaren?
De heer GARRITSENNaar de mening van de wet
houder hebben mijn vragen niet direct te maken met
de thans voorgestelde besluitvorming. Ik vind zelf
dat mijn vragen daarmee juist alles te maken heb
ben. Er wordt voorgesteld geld uit het budget-ega
lisatiefonds milieubeheer te besteden. Ik denk dat
dit voorstel alles met milieubeheer te maken heeft
en daar komt dan nog bij dat in het voorstel de
sanering van Verfhandel Mermans aan de orde wordt
gesteld. De vragen die ik over de hinderwetvergun
ning heb gesteld, hebben alleszins met het agenda
punt te maken.
Men kent de problemen. Naar mijn mening is
het milieu-aspect van deze kwestie in de raad nog
al "ondergesneeuwd" geweest en ik vind het dan ook
belangrijk te weten wat zich in verband met de
hinderwetvergunning nu eigenlijk afspeelt. De