997 22 MEI 1980 wethouder heeft gezegd dat er een verklaring van geen bezwaar is afgegeven, maar mijn vraag was of de bouwvergunning is verleend, terwijl ik in de tweede plaats heb gevraagd of er een hinderwet vergunning is verleend en, zo ja, op welk ogenblik. Mijn derde vraag hield verband met de omstandig heid dat de kritiek op de verplaatsing van Mermans tot gevolg heeft gehad dat een deel van het bedrijf naar de Veilingkade is verschoven. Ik zou graag willen weten hoe in verband hiermee de huidige si tuatie bij Mermans aan de Slingerweg wordt. Naar mijn mening heeft dat zeker met milieubeheer te maken. Wethouder BROOIMANSIk denk dat er sprake is van een kleine communicatiestoornis tussen de heer De Brouwer en ondergetekende. In eerste ter mijn heb ik namelijk gezegd dat de overwinst van het EnWa-bedrijf in een ander kader nog wel ter sprake zal komen, terwijl de heer De Brouwer naar concrete gegevens omtrent de besteding heeft ge vraagd. Zulke gegevens kan ik niet verstrekken, maar ik kan wèl zeggen dat de overwinst van het EnWa-bedrijf in het college in discussie is. Helaas moet ik constateren dat de vraagstel ling van de heer Garritsen over de hinderwetver gunning en de afgifte van de bouwvergunning weinig of niets van doen heeft met het agendapunt dat aan de orde is. Deze vraagstelling is helemaal buiten de orde en de beantwoording ervan behoort trouwens ook niet tot mijn competentie. De heer GARRITSEN: Als die vergunningen niet worden verstrekt, is er helemaal geen sprake van sanering van Mermans. Ik zou bijna zeggen: dan gaat het feest niet door. Mijn vragen hebben dus, nogmaals gezegd, alles te maken met het onderwerp dat aan de orde is. Overigens mag u, als dat beter uitkomt, mijn vragen ook schriftelijk beantwoorden. Wethouder BROOIMANS: Het spijt mij dat ik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 997