1001
25 JUNI 1981
Wethouder VAN BANNING: Ik had de heer De
Brouwer duidelijk niet goed begrepen. Het behoort
niet tot de mogelijkheden de hele slotregularisa-
tie tot een volgende vergadering uit te stellen,
zodat ik aan het verlangen van de heer De Brouwer
niet tegemoet kan komen. Ik meende dat de heer De
Brouwer slechts doelde op de behandeling van enke
le stukken welke ten tijde van de commissieverga
dering niet ter inzage konden worden gelegd. Het
is de bedoeling dat de stukken die thans voorlig
gen door de raad worden goedgekeurd.
De VOORZITTER: De tweede termijn is voorbij;
ik begreep dat de heer De Brouwer daarvan geen ger-
bruik wenste te maken.Niettemin sta ik hem thans
een "tweeëneenhalfde termijn" toe.
De heer DE BROUWER: Ik dank u voor deze tweer
de termijn. De wethouder zal ongetwijfeld hebben
bedoeld aan te geven dat het voorschrift is de
slotregularisaties vóór 1 juli door de raad te la
ten vaststellen. Met een viertal regularisaties
zal dat evenwel niet gebeuren, namelijk met betrek
king tot het Enwa, het woningbedrijf A, het woning
bedrijf B en de leningdienstMij dunkt dat wanneer
die in augustus kunnen worden behandeld, dit even
zeer geldt voor de overige regularisaties, die
eigenlijk geen toereikende behandeling in de com
missie konden ondergaan, dit door oorzaken welke
buiten de raad gelegen waren.
De VOORZITTER: Ik neem aan dat de heer Van
Banning persisteert bij zijn opmerkingen in tweede
instantie
Wethouder VAN BANNING: Dat is correct.
De heer DE BROUWER: Onze fractie wenst de
aantekening dat zij geacht wil worden te hebben
tegengestemd.