1011
25 JUNI 1981
minder meer voor deze belangrijke en urgente zaak
kan worden uitgegeven.
Met genoegen beluisterde ik ook dat de wet
houder met enige klem mijn verzoek zal doorgeven
aan de wethouder van onderwijs, zodra die van va
kantie terug is. Ik neem ook aan dat de wethouder
dit namens het gehele college heeft gezegd.
In de derde plaats ben ik het allemaal met
de wethouder eens dat het godsdienstonderwijs een
maatschappelijke functie heeft en een aantal men
selijke waarden belicht. Wij moeten niet terug
naar de tijd waarin bij het onderwijs alleen maar
rationele zaken naar voren kwamen; wij moeten ook
deze vormende aspecten in het oog houden. Daarbij
komt nog dat het C.D.A. deze dingen uiteraard heel
principieel bekijkt. Met het antwoord van de wet
houder ben ik dan ook zeer blij
Mevrouw SAELMAN-BOELENIn de commissie is
gesproken over het feit dat voor één jaar
100.000,in de algemene middelen zou kunnen
worden gevonden, maar daarvan werd steeds gezegd
dat dat niet mogelijk was. Wij zien echter aller
wegen voldoende geld liggen, zodat wij menen dat
het wél mogelijk is. Wethouder Van Banning heeft
op een gegeven moment als plaatsvervanger van de
heer Brooimans gezegd dat wanneer dat geld nu aan
de algemene middelen wordt onttrokken niet de ze
kerheid bestaat dat dat ook in volgende jaren moe
gelijk zal zijn, terwijl wij het project juist
tevens voor de komende jaren safe dienen te stel
len. Hij stelde dat wij, wanneer wij met het pro
ject beginnen niet na een jaar ermee kunnen ophour-
den, en uiteraard heeft hij daarin gelijk. Wij
hebben toen gezegd dat moet worden geprobeerd in
de volgende begroting het budget voor het onder
wijs wat te verruimen. Ik zal nog graag horen
waarom daarop toen niet is ingegaan en werd ge
steld dat dat tot de onmogelijkheden behoorde. Van
de wethouder van onderwijs heb ik namelijk begre
pen dat in de afgelopen jaren in de sector