1013
25 JUNI 1981
het basisonderwijs. Hij heeft erop gewezen dat die
vormen van onderwijs de meest belangrijke elemen
ten zijn in het hele onderwijsgebeurenHet gods
dienstonderwijs dat zowel godsdienstige als maat
schappelijke vorming behelst is van zo groot be
lang dat wij het de grote groep kinderen die daar
van profiteren niet mogen aandoen om hun dat te
onthouden.
De heer CRUL: Ik wil de wethouder even iets
vragen, want ik heb niet goed begrepen, ook niet
in de discussie in de fractie, dat het godsdienst
onderwijs zo'n ernstig punt van discussie in het
college is geweest. Begrijp ik echter goed dat bij
de afweging van de nu voorgestelde bezuinigingen
ten opzichte van een mogelijke bezuiniging bij het
godsdienstonderwijs ook de heer Sandberg heeft ge
kozen voor handhaving van de post voor het gods-
dien stonderwij s?
De heer SCHURING: Is dat wel een juiste
vraag?
De heer GARRITSEN: Er kan wel weer even wor
den geschorst.'
Wethouder VAN BANNING: In antwoord op de
vraag van de heer Crul kan ik stellen dat althans
mij niet is gebleken dat de meerderheid van het
college bereid was aan de post godsdienstonderwijs
te tornen ten behoeve van dit project.
Mevrouw Saelman heeft gesproken over dingen
die in het verleden zijn gebeurd, maar ik meen dat
wij ons moeten beperken tot hetgeen thans aan de
orde is. Er is alle mogelijke moeite gedaan om de
ruimte te vinden die ook door haar werd verlangd.
Aan dat verlangen kon niet tegemoet worden gekomen
en daarom meen ik dat hetgeen zij over voorgaande
jaren stelde nu buiten beschouwing kan blijven.
De VOORZITTER: Ik wil de raadsleden verzoeken