m 25 JUNI 1981 1018 geschoven. Waarom moet er worden ingesproken, aan gezien die mensen al tijden lang roepen dat zij verschrikkelijk hard iemand nodig hebben? Er be hoeft dan toch niet meer over inspraak te worden gesproken? Mijns inziens wordt dan het paard ach ter de wagen gespannen. Ik wilde dit nog even gezegd hebbenmaar de wethouder behoeft hierop geen antwoord meer te ge ven. Wij zullen tegen het voorstel stemmen. De VOORZITTER: Kennelijk behoeft de wethouder dus geen antwoord meer te geven. Wethouder PAULUSSEN: Ik heb er ook geen be hoefte aan. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, onder aantekening dat mevrouw Saelman-Boelen en de heer De Brouwer geacht willen worden te hebben tegengestemd. 11. bijlage nr. 223 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT WIJZIGING VAN DE BEGROTING 1980 VAN DE GEMEEN TELIJKE SOCIALE DIENST, (P) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 12. bijlage nr, 224 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET EN HET VASTSTELLEN VAN BESTEK EN VOORWAARDEN VOOR DE AANPASSING VAN VIER HULPWARMTEKETELHUIZEN IN BREDA-NOORD (BIESDONK)(B) De heer GARRITSEN: Met dit besluit lopen we in feite vooruit op besluitvorming die nog moet plaatsvinden en ik doel dan op de uitbreiding van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1018