102
22 JANUARI 1981
richting gedaan dat de gemeente contact met het
hoogheemraadschap onderhoudt, om te voorkomen dat
de beide organen te veel elkaar overlappende acti
viteiten gaan verrichten. Ondanks alle goede be
doelingen van de straks aan te trekken ambtenaren
in gemeentelijke dienst, zal men wellicht ook ge
bruik kunnen maken van de grote ervaring die men
bij het hoogheemraadschap heeft. Tot slot nog dit:
wij zouden het zeer op prijs stellen als het col
lege, wederom in samenwerking met de belanghebben
den, bijvoorbeeld de Kamer van Koophandel, de be
drijven uitvoerig zou willen voorlichten, zodat
zij de tijd hebben op de nieuwe regeling in te
spelen en niet plompverloren met de wet worden
geconfronteerd.
De heer DE BROUWER: Het is met name naar aan
leiding van een uitlating van de heer Neeb dat ik
mij toch even tot de wethouder wend. De heer Neeb
heeft gepleit voor een zo soepel mogelijke hante
ring van de verordening. Het zal duidelijk zijn
dat wij juist voor een zo strikt mogelijke toepas
sing pleiten. Naar onze mening is de verordening
juist uit een oogpunt van de bescherming van mi
lieubelangen opgesteld; economische belangen moe
ten daaraan onzes inziens ondergeschikt zijn.
De heer HENDRIKSEN: Ik zou als plaatsvervan
gend "riooldeskundige" van onze kant enkele opmer
kingen willen maken. Men zal begrijpen dat we de
eerste man hebben geloosd.'
Mijn eerste vraag heeft betrekking op de toe
passing van de verordening. Wij zouden graag nog
eens precies op een rij zien, in welke mate en met
welke kracht de naleving van de verordening zal
worden gecontroleerd. De tweede vraag is, of we
bij deze lozingsverordening in eerste instantie
van een milieumaatregel of toch van een economi
sche maatregel moeten spreken. D'66 heeft daarop
zojuist ook al gewezen. Een volgende opmerking
betreft de coördinatie tussen de diverse diensten.