25 JUNI 1981 1036 kunnen komen in een bespreking met het bestuur en de leiding van die school. Ik zal dit verzoek aan de wethouder overbrengen, maar ik meen nu al na mens hem te kunnen zeggen dat het door de heer Schuring gewenste contact zal plaatsvinden. Naar mijn opvatting is er overigens voor het bestuur en de leiding van die school al ruimschoots de gele genheid geweest om hierop in te spelen. Omtrent de mogelijkheden in de naaste toekomst inzake het ter plekke of in de nabijheid creëren van een combina tie, een integratie met andere scholen, kan ik op dit moment geen enkele toezegging doen. Op de vraag van mevrouw Elie kan ik zeggen dat de garantie wordt gegeven dat ook de gemeente vertegenwoordigd zal zijn in het bestuur van de nieuwe school. Vervolgens zal ook de ouderpartici patie zeker op de normale wijze tot stand kunnen komen Mevrouw Elie heeft voorts bijzondere aandacht gevraagd voor de peuterspeelzaalmaar ook ten aanzien daarvan kan ik thans geen definitieve toe zegging doen. De heer SCHURING: Inderdaad heb ik niet de koppeling aangebracht waarover de wethouder sprak. Ik ben begonnen met te zeggen dat ik mij in de no ta zeer wel kan vinden. De heer Van Banning heeft gezegd dat de wethouder ertoe bereid zal zijn het door mij gewenste gesprek aan te gaan. Het is mij overigens ook bekend dat men al jarenlang over de ze kwestie in gesprek is. Is de heer Van Banning er ook toe bereid zonder meer toe te zeggen dat hij mijn gedachtengang in het te voeren gesprek zal inbrengen en wil hij rekening houden met de belangen van de Marnix-school die ik heb geschetst Het kwam er nu allemaal zo zuinigjes uit. De VOORZITTER: Hetgeen de wethouder van fi nanciën siert.' Mevrouw ELIE-VAN ES: De wethouder heeft op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1036