1039 25 JUNI 1981 kennis genomen van dit voorstel van b. en w. Het heeft lang geduurd voordat het gereed was, maar nu is het er dan toch. Gelet op de afspraken over de spreektijd zullen wij ons beperken tot slechts en kele kanttekeningen en een aantal vragen. Wij willen er in de eerste plaats geen enkel misverstand over laten bestaan dat daar waar spra ke is van een achterstandssituatie voor vrouwen maatregelen moeten worden genomen om deze achter stand op te heffen. Daarnaast blijven wij evenwel van mening dat emancipatie meer betreft dan uit sluitend de emancipatie van de vrouw. Het gehele emancipatiebeleid dient zich te voltrekken binnen de totale maatschappelijke realiteit en heeft der halve betrekking op zowel vrouwen als mannen. Van uit deze achtergrond beoordelen wij dan ook het tijdelijk functioneren van de werkgroep positie van de vrouw en de tijdelijke aanstelling van een emancipatiewerkster bij de afdeling p. en o. Het doel van dit tijdelijk functioneren moet zijn ge richt op integratie van de werkzaamheden van zowel de werkgroep als de emancipatiewerkster in het to tale personeelsbeleid van de gemeente Breda, Op grond van het voorafgaande zal het duide lijk zijn dat wij vooralsnog kritisch staan tegen over de taak en functie van zowel werkgroep als emancipatiemedewerkster zoals deze uit uw preadt vies naar voren komen. Onze vrees is namelijk dat juist door deze voorgestelde benadering de door ons beoogde integratie wordt belemmerd. Het gevaar is aanwezig dat naast de bestaande personeelsorga nisatiestructuur een schaduwstructuur gaat ontr staan, speciaal voor vrouwen. Overigens hebben wij inmiddels reeds signalen opgevangen die erop dui den dat vrouwen die niet onverkort de uitgangspunt ten van de werkgroep onderschrijven belemmeringen ervaren bij het functioneren binnen de bestaande structuren. Dit is voor ons moeilijk aanvaardbaar. Wij hechten er dan ook aan van uw college te ver nemen dat u de integratie binnen de bestaande or ganisatiestructuur als doel ziet van deze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1039