25 JUNI 1981 1048 mogelijk is, waarop zojuist ook door de heer Pa- quaij is gewezen. In het fractievoorzittersoverleg is afgesproken dat dit onderwerp vanavond niet zou worden behandeld en ik moet u ook zeggen dat wij het niet in totaliteit in de fractie hebben kunnen bespreken De VOORZITTER: Dit is dus de bijdrage van de V.V.D. Mij lijkt dit niet het moment om te discus siëren over een overleg dat heeft plaatsgevonden en waarbij de meerderheid van de raad niet aanwe zig was. Overigens, dit voor de duidelijkheid, ben ik het niet met de constatering van de heer Ten Wolde eens. De heer TAKS: De V.V.D. heeft in haar gemeen telijk verkiezingsprogramma in 1978 als één van de uitgangspunten voor het personeelsbeleid de eis gesteld dat aan iedereen de kans wordt geboden zich optimaal te ontplooien, zonder enig onder scheid tussen man en vrouw. Gezien de duidelijke ondervertegenwoordiging van vrouwen in hogere en leidinggevende functies, moet worden geconstateerd dat aan de ontplooiingsmogelijkheden voor vrouwen binnen de gemeentelijke organisatie een en ander valt te verbeteren. Het had dan ook onze volledige instemming dat in het programma op hoofdpunten voor deze raadsperiode het beleidsvoornemen werd opgenomen om een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden van versterking van de positie van vrouwen in het ambtelijk apparaat. Het heeft ook onze instemming dat metterdaad zal worden gewerkt aan versterking van die positiezowel door het bevorderen van de toetreding van vrouwen tot het ambtelijk apparaat als door het scheppen van de voorwaarde dat vrouwen in gemeentedienst optimaal kunnen functioneren en zich verder kunnen ontwik kelen. Het nu ter tafel liggende rapport van de werkgroep bevat een aantal voorstellen die zeker tot versterking van de positie van de vrouw kunnen bijdragen. Helaas is de werkgroep echter in een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1048