1053 25 JUNI 1981 discriminerende dingen zijn te ontdekken met be trekking tot de positie van de gehuwden en de on- gehuwden. Ik lees dat gehuwden met kinderen de mo gelijkheid zou moeten worden gegeven tot het opne men van onbepaald verlof om bepaalde redenen, en ik zie niet in waarom die mogelijkheid niet ook voor alleenstaanden zou moeten bestaan. Nog iets anders heeft mij bijzonder getroffen namelijk dat wij op deze manier als raad voor het eerst te maken krijgen met de positie van de amb tenaar binnen het geheel van de automatisering. In deze raadsperiode is daaraan eigenlijk geen aandacht gegeven, maar de werkgroep doet dat nu eindelijk wel, en ik moet u zeggen dat wij daarmee blij zijn. Voor wat betreft het voortbestaan van advies organen op het moment waarop hun taak eigenlijk is volbracht, meen ik te kunnen volstaan met te zeg gen dat wij ons op dat punt aansluiten bij de woor den van de heer Taks. Het nut en de noodzaak van themagroepen die in werktijd bijeen komen om al lerlei zaken te bespreken vermogen wij niet in te zien. De heer GARRITSEN: Ik meen dat het hele stuk in feite te veel ligt in de sfeer van het perso neelsbeleid. Ik vind het ook jammer dat uitslui tend de commissie personeelszaken er advies over heeft kunnen uitbrengen. De nota die de vrouwen hebben gemaakt is wél aan de orde geweest in de commissie waar emancipatiezaken thuishoren, en ik zou het juist hebben gevonden als dat ook met het preadvies zou zijn gebeurd. Een argument dat een beetje meetelde was de snelheid die was geboden ten aanzien van de behandeling. Om die reden zou het stuk alleen maar in de commissie personeelsza ken aan de orde hebben kunnen komen. Inhoudelijk vind ik echter ook heel wat trekken in het voor stel die in feite het geheel terugbrengen tot een stuk personeelsbeleid, wat ik erg jammer vind. Helaas moest ik constateren dat slechts één

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1053