1055
25 JUNI 1981
opgenomen. Ik ben namelijk van mening dat de voor
stellen van de werkgroep inhoudelijk beter zijn
dan de moties van de Partij van de Arbeid, met na
me waar het gaat om het invoeren van het draag
krachtprincipe bij uitkeringen en dat soort zaken.
Daarbij ging het om een heftig strijdpunt, ook
binnen de Partij van de Arbeid. Het congres is
door Joop den Uijl behoorlijk onder druk gezet
ik wil het woord "chanteren" dat mevrouw Saelman
bij een ander voorstel noemde nu maar niet gebrui
kenom dat principe in feite weer te gaan invoe
ren. Individualisering van uitkeringen is een goer
de zaak, maar zij moet niet worden gebaseerd op
het draagkrachtprincipeomdat er dan toch weer
een richting zal worden ingeslagen waarvoor niet
mag worden gekozen. Als er sprake is van mensen
die gezamenlijk te grote inkomens krijgen moet je
die inkomens aanpakken en niet het draagkrachtprin
cipe invoeren in geval van een huwelijk of een anr.
dere samenlevingsvorm. De P.S.P. wijst dat heel
duidelijk af en ik meen dat dat ook geldt voor de
Rooie Vrouwen. Hoe het precies ligt met de motie
van de Partij van de Arbeid is mij dus niet hele
maal duidelijk. Het lijkt erop alsof een lid van
de Partij van de Arbeid-fractiewier gedachten-
gang mijns inziens toch wel overeenstemt met die
van de Rooie Vrouwen, in feite toch weer door de
knieën is gegaan voor de fractievoorzitter van de
P.v.d.A. in de Tweede Kamer, wat ik een erg slecht
te zaak vind. Als de Partij van de Arbeid dat on
derdeel uit de motie wil halen zal ik de motie on
dersteunen, maar anders zeer zeker niet.
De opstelling van de V.V.D. verbaast mij een
beetje. In de commissie sociale zaken is door de
heer Koertshuis gezegd dat hij met twee puntjes
akkoord kon gaan. Ik begrijp nu uit het betoog van
een ander V.V.D.-fractielid dat er een hele...
De heer KOERTSHUIS: Ik heb dit hele stuk
nooit in een commissie behandeld.