1061
25 JUNI 1981
deze werkgroep voldoende openstaat voor alle vrou
wen binnen het gemeentelijk apparaat óf dat de
signalen juist zijn die hij heeft vernomen en die
aangeven dat er mensen zouden worden geweerd. Dat
gene waarop de heer Römkens vermoedelijk doelde is
ook mij bekend. Ik kan zeggen dat dat zeker geen
voorbeeld is van het weren van bepaalde vrouwen
uit het apparaat door de werkgroep. Ik meen dat de
vrouwengroep juist bij de hele benadering, tijdens
de gespreksrondes en op alle andere momenten,
heeft geprobeerd zo veel mogelijk contacten te
houden met en zo veel mogelijk aansluiting te vin
den bij alle vrouwen in het gemeentelijk apparaat.
Ik wil de hele procesgang best nog eens met de
commissie bespreken, maar ik meen nu al te kunnen
zeggen dat de werkgroep op een heel zorgvuldige en
goede manier heeft gewerkt. Ik zou het dan ook
jammer vinden als op basis van dat ene signaal,
waarvoor mijns inziens andere verklaringen zijn te
geven, op dit punt een misverstand zou ontstaan,
maar ik wil hierop best terugkomen in de commissie.
Vervolgens heeft de heer Römkens gezegd dat
een aantal voorstellen kanttekeningen verdient.
Hij heeft, evenals de heer Taks, aangegeven dat
ten aanzien van kinderopvang en dat soort zaken
een eigen bijdrage dient mee te spelen. Ik kan
zeggen dat de bedoeling nooit een andere is ge
weest, al kan ik op dit moment niet zeggen of die
eigen bijdrage al of niet kostendekkend moet zijn.
Wij wachten de voorstellen hieromtrent af. Reke
ning houdend met de mogelijkheden welke de gemeen
te heeft en de vragen die worden gesteld zal te
zijner tijd moeten worden beslist of wij hieraan
extra geld willen besteden. Er wordt nu een voor
stel voorbereid dat gewoon op zijn merites zal
worden beoordeeld, waarbij het principe dat is
genoemd zeker zal meespelen.
Voor wat betreft de werkgroep alleenstaanden
vraagt de heer Römkens zich af of er geen sprake
is van een ad-hoc-beleid en of er niet te veel van
dit soort werkgroepen zullen ontstaan. Dit is niet