25 JUNI 1981
1066
personeelsbeleid werkt zij niet. Wél werkt bij
voorbeeld het opstellen van wervende advertentie
teksten, waardoor meer vrouwen zich aanbieden, zo
als bij het ministerie van Onderwijs is gebleken,
en voor die weg hebben wij dan ook gekozen.
De heer GARRITSEN: Datgene wat wij voorstaan
is ook niet het enige punt, maar één van de punten
die meespelen.
Wethouder WELSCHEN: Ik wil de heer Garritsen
voor wat dit betreft uit de droom helpen. Hij kan
van mij een stapel literatuur krijgen, waaruit
blijkt dat dat principe, dat als principe duide
lijk isf in de praktijk bij selectieprocedures
niet werkt.
Op de overige opmerkingen van de heer Taks
ben ik impliciet al ingegaan bij de beantwoording
van andere sprekers.
De heer De Brouwer heeft eigenlijk geen con^
crete vragen gesteld, maar met name een aantal op
merkingen gemaakt, waarvan mijns inziens het me
rendeel inmiddels is aangestipt. Sommige voorstel
len van de vrouwengroep zijn naar zijn mening toch
weer rolbevestigend. Ik meen dat wij evenwel reke
ning moeten houden met het feit dat de vrouwen
groep in déze tijd haar voorstellen heeft gedaan
en met de huidige situatie te maken heeft.
Vervolgens proeft de heer De Brouwer een ze
kere discriminatie van ongehuwden ten opzichte van
gehuwden, die wij echter binnen het apparaat zo
veel mogelijk proberen te voorkomen.
Verder vindt de heer De Brouwer het juist dat
het punt van de automatisering de aandacht heeft
gekregen. Dat is al eerder gebeurd en wij spreken
hierover ook met de stuurgroep.
Voorts heeft de heer De Brouwer een opmerking
gemaakt over het functioneren van themagroepen in
werktijd, welk punt ik zojuist al heb aangeroerd
toen ik over de themagroepen sprak.
Het is voor mij heel moeilijk om op het door