25 JUNI 1981 1074 van de Arbeid schrappen. In mijn amendement worden wel gehandhaafd de voorstellen 4 en 41, terwijl ik vervolgens nog wat duidelijker dan nu in mijn amen- i dement is aangegeven de voorstellen van mevrouw W. ;n_ en mevrouw B. op pagina 9 onderaan wil opnemen. Ik )or beschouw die voorstellen als hoofdzaken, die mijns is inziens overeind moeten blijven. Ik die zin wil ik ao- dus mijn amendement amenderen. ;el De VOORZITTER: Ik moet vaststellen dat dit een wat eigenaardige wijze van amendementen indie- j nen is. Kunt u mij overigens zeggen of de mede-on- )e dertekenaars van het amendement het met deze wij- .(3 zigingen eens zijn? :al De heer GARRITSEN: Een aantal leden van de j_j Partij van de Arbeid gaat hiermee akkoord. a De VOORZITTER: Ik begrijp dat dit de leden van de Partij van de Arbeid zijn die hun handteke- l_en ning onder het amendement hebben gezet. ip- L De heer DE BROUWER: Ik wil een korte verkla nk- ring ten aanzien van de moties en amendementen 3ie naar voren brengen. Als gevolg van de considerans, waaruit duidelijk een positieve discriminatie 3n_ blijkt ten faveure van de vrouw, hebben wij aan motie I geen behoefteal hebben wij met de uit boor spraak als zodanig minder problemen. Ik neem echter aan dat de motie als één en ondeelbaar geheel moet worden gezien. Voor wat betreft motie II kan ik verwijzen naar hetgeen de heer Taks ter zake daarvan heeft n_ betoogd, aangezien dat door ons wordt onderschre- len. ven. Ten aanzien van de zaak waarom het gaat in motie III zijn ook wij van oordeel dat die te com- n plex is om er nu maar even een besluit over te ne- k men. Wij kunnen deze problematiek niet in alle con sequenties overzien, terwijl ook niemand zit te wachten op een uitspraak van de raad van Breda

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1074