1077
25 JUNI 1981
doen. Heel duidelijk heb ik mijns inziens aangege
ven hoe wij tegenover het hele verhaal hebben ge
staan, welke maatregelen wij willen invoeren, wel
ke punten wij kunnen onderschrijven en welke pun
ten door ons worden afgewezen.
Ik kom vervolgens bij de heer Garritsen, die
nogmaals over punt 4 heeft gesproken. Ik moet u
zeggen dat ik op dat punt problemen blijf houden.
Als een gemeentebestuurder ook de heer Garritsen
is datweet dat een bepaalde methode niet werkt,
dient hij mijns inziens gebruik te maken van me
thodes waarvan hij weet dat zij wél werken. Het is
ons beider doel dat in bepaalde functies meer
vrouwen worden benoemd en wij kunnen op basis van
cijfers duidelijk aantonen dat de ene methode wel
werkt en de andere niet. De heer Garritsen kan wel
zeggen dat hij dat niet gelooft, maar ik wijs erop
dat daaraan gewoon onderzoek ten grondslag ligt en
daarvan dienen gemeentebestuurders uit te gaan,
hetgeen ik dan ook doe. Het gaat er voor ons om
dat wij een methode gebruiken die ook mogelijk is.
Ik ben er wel blij om dat de heer Garritsen
zijn amendement enigszins heeft gewijzigd, want
van sommige punten die er aanvankelijk in zaten,
bijvoorbeeld de sollicitatiecode, moet worden ge
zegd dat het eigenlijk van de gekke was dat die
erin waren opgenomen; op dat punt lopen we verdom
me in heel Nederland voorop.' Hierover bereiken ons
ook vrijwel geen klachten, al meen ik ook dat hier
omtrent niet veel bekend is. Het is echter erg
vreemd om te horen dat hieraan meer aandacht moet
worden besteed; een en ander sluit zo raar op el
kaar aan dat dat praktisch binnen één gemeentebe
stuur niet mogelijk is.
Verder is er in de richting van het college
nauwelijks iets opgemerkt. Er is inmiddels al vre
selijk veel werk aan de basis geschied, maar er
ligt ook nog veel werk voor de toekomst te wachten
Ik begrijp dat de raad ermee instemt dat de werk
groep gaat doorwerken. Hopelijk zal zij dat snel
kunnen doen en zal zij met effectieve methodes